Volgende: Algemene commando's Omhoog: Algebraïsche invoer Vorige: Numerieke bewerkingen   Inhoudsopgave   Index


Commando's

Met behulp van commando's kan je nieuwe objecten creëren of bestaande objecten wijzigen. Je kan het resultaat van een commando ook toekennen aan een variabele. Na de naam van de variabele die gevolgd wordt door het teken = wordt dan het commando geplaatst.

Voorbeeld:

Met de opdracht S = Snijpunten[g,h] (4.3.4) creëer je een nieuw punt S. Zijn er meerdere snijpunten tussen de objecten, dan worden ze d.m.v. indices verschillend benoemd.

Je kan dus ook gebruik maken van een index in de namen van de objecten: A1 respectievelijk sAB worden ingevoerd als A_1 respectievelijk s_AB.



Subsecties

Markus Hohenwarter, 2005-08-16