Klik op twee punten A en B om het lijnstuk [AB] te creëren. In het algebravenster zie je de lengte van het lijnstuk.
Klik op een punt A dat je als beginpunt van het lijnstuk kiest.
Er verschijnt een venster waarin je de lengte l van het lijnstuk kan intikken.
Deze opdracht creëert een lijnstuk met l als lengte en de punten A en B als eindpunten. Het eindpunt B kan worden geroteerd ten opzichte van het beginpunt A door gebruik te maken van de opdracht Roteren.
Klik op twee punten A en B en creëer zo de halfrechte met A als beginpunt en gaande door het punt B. In het algebravenster zie je een vergelijking van de overeenkomstige rechte.